Politie Oostende heeft wat te vieren: KOPSK, de Koninklijke Oostendse Politie Sportkring, werd opgericht in 1933 en bestaat dus maar liefst 90 jaar. In 1938 werd ook de nationale politie sportkring opgericht door toenmalige korpschef Maurice Seys. Met de onthulling van de originele oprichtingsaffiche uit de jaren dertig zet de politiezone ook deze verjaardag in de kijker.
KOPSK is een vzw die als doel heeft om leden te ondersteunen bij het deelnemen aan bepaalde sportevenementen, zoals (deels) terugbetalen van inschrijvingsgeld of het huren en aankopen van sportmateriaal. Het jaarlijks lidgeld bedraagt 25 euro, waarbij een uitgebreide sportverzekering en een relatiegeschenk zijn inbegrepen. Op vandaag telt KOPSK zo’n vijftig leden. Iedereen die werkzaam is bij een lokale politiezone of de federale politie kan zich bij de vzw aansluiten.
Dynamiek
“De Sportkring werd destijds opgericht door Maurice Seys. Nog voor zijn benoeming tot commissaris zette hij zich in voor een korps in beweging. In 1933 richtte hij daarom de Oostendse Politie Sportkring (OPSK) op. Onder impuls van adjunct-commissaris Ernest Feys werd een zwemafdeling opgericht. Seys en Feys beoogden niet om grote zwemkampioenen te trainen, maar het was voor hen wel van groot belang dat alle agenten in de kuststad goede zwemmers zouden worden”, zegt korpschef Philip Caestecker. “Deze opzet wierp zowel sportief als professioneel vruchten af: naast verschillende titels zou agent Hector Vanhooren in juni 1936 een meisje van de verdrinkingsdood redden.” Er volgden nog verschillende sporttakken, zoals voetbal. “De politieploeg streed tussen 1934 en 1940 mee naar de titel van de beste voetbalploeg van het Oostendse stadspersoneel, want ook het stadhuis, de brandweer, chauffeurs en het Kursaal hadden een eigen ploeg. De Oostendse agenten speelden wedstrijden tegen agenten uit enkele grote steden van het land, zoals Gent, Antwerpen en Brussel. “Gaandeweg werd het sportaanbod verder uitgebreid met bijvoorbeeld boksen en schieten. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, organiseerde de OPSK bijna wekelijks sportwedstrijden. De sportkring had en heeft tot op vandaag een belangrijke invloed op de groepsdynamiek en de vriendschapsbanden in ons korps”, benadrukt de korpschef. Na vijftig jaar mocht het OPSK zich de Koninklijke titel toedichten.
Geschiedenis levendig houden
Zeker te benadrukken is dat Maurice Seys ook oprichter is van de overkoepelende Belgische Politiesportbond (BPSB) in 1938. “Politie Oostende heeft de originele oprichtingsakte in bezit en geeft die een prominente plek in het hoofdkantoor: nabij de kantine waar dagelijks continu collega’s passeren. Zo blijven de inspanning van Maurice Seys en de toenmalige korpsleiding levendig”, onderstreept korpschef Caestecker. “Seys nam als 16-jarige deel aan de Slag bij de IJzer, raakte bevorderd en werd adjunst-politiecommissaris in Oostende in 1920. In 1935 was hij dus commissaris en onder zijn impuls werd het lokale korps een moderne modelorganisatie met onder meer een motorbrigade, aangepaste wijkdiensten en dienstkledij voor zowel de zomer als winter. Als oud-strijder van de Eerste-Wereldoorlog zette hij zich in voor onderlinge verbroedering. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij lid van het verzet. De Duitse bezetter pakte Maurice Seys twee keer op (1941 en 1944). In maart 1945 bezweek hij in concentratiekamp Ellerich, nabij Buchenwald.” Nog eens negen andere politieagenten overleefden de Tweede Wereldoorlog niet, waaronder Ernest Feys. Hij werd gefusilleerd in Oostakker (Gent) op 16 oktober 1943. De eerder genoemde Hector Vanhooren stierf op 5 februari 1945 in concentratiekamp Gross-Rosen in Duitsland.
“De 90ste verjaardag telt verschillende boeiende facetten met een beklijvende geschiedenis”, zegt schepen van Sport en Cultuur Bart Plasschaert. “Het is dan ook belangrijk dat we die herinneringen levendig houden. De voorstelling van de oprichtingsakte onderlijnt niet alleen het belang van sport en beweging tout court, het scherpt ook ons geheugen. Verder moeten we het belang van sport voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid blijven benadrukken, en promoten op de werkvloer. Want zien sporten doet sporten, ook onder collega’s. De politie vertolkt hierin een voorbeeldfunctie.”