Vandaag 22 februari is de Europese Dag van het Slachtoffer. Op die dag wordt extra aandacht geschonken aan de positie van het slachtoffer. Het hoeft geen betoog dat de benadering van slachtoffers een hele evolutie onderging. Ook binnen Politie Oostende, waar een speciaal opgeleid team nauwgezet en tot in de puntjes slechtnieuwsmeldingen uitvoert en nabestaanden een eerste steun biedt.
De basisfunctionaliteiten van de Lokale Politie omvatten onder meer wijkwerking, onthaal en aangifte, opsporing en interventie. Een van de speerpunten die naar het grote publiek toe minder bekend is, is slachtofferbejegening of in politietermen ‘sloba’ genaamd. Heel concreet is dit een gespecialiseerd team dat slechtnieuwsmeldingen uitvoert bij slachtoffers of nabestaanden in gevallen van niet-natuurlijke overlijdens, bijvoorbeeld bij (verkeers)ongevallen, moord, brand, verkrachting of zelfdoding. Hoofdinspecteur Dirk Van Quakebeke (57), sinds 1993 actief bij Politie Oostende, is coördinator van het ‘Sloba’-team en sedert midden de jaren negentig gespecialiseerd in de materie. “Zo’n dertig jaar geleden is de aandacht binnen politie niet alleen gericht op het vatten van verdachten, maar ook op de erkenning van het slachtofferschap. Het begeleiden en te woord staan van slachtoffers onderging de voorbije jaren dus een grote evolutie. In de West-Vlaamse Politieschool (WPS) krijgt elke aspirant-inspecteur een basispakket mee om slechtnieuwsmededelingen te doen, bijvoorbeeld om het natuurlijk overlijden van een familielid over te maken. Maar wie slachtofferbejegenaar of sloba wil worden, volgt daarvoor een extra meerdaagse opleiding. Wij gaan met Politie Oostende zelfs nog een stapje verder met een interne selectieprocedure. Afgelopen voorjaar mochten we vier nieuwe sloba’s verwelkomen, wat ons team deed uitbreiden naar dertien koppen.” Naast leden van de Oostendse politie is er een interzonale samenwerking met Middelkerke, Kouter en Bredene-De Haan om de wachtdiensten te organiseren. Want de sloba’s staan 24 op 7 paraat.
Snel en helder
Sloba’s wachten de loodzware taak om bijvoorbeeld ouders mee te delen dat zoon of dochter kwam te overlijden in een auto-ongeluk, dat broer of zus het leven liet in een woningbrand of dat een familielid het slachtoffer werd van verkrachting. “Slachtofferbejegenaars zijn koelbloedig, begripvol en empathisch, zonder evenwel blind mee te gaan in het verdriet of de woede van de nabestaande”, duidt Van Quakebeke. “Je moet goed beseffen: vanaf je op de deurbel duwt, zal het leven van de persoon aan de andere kant van de deur nóóit meer hetzelfde zijn.” Eerste inspecteur Thierry De Jonghe (58) is al zo’n kwarteeuw sloba. Hij kent de kneepjes van het vak en beseft dat routine uit den boze is. “Wanneer we aanbellen, moeten we direct en helder het harde nieuws meedelen. Rond de pot draaien is absolúút uit den boze. Ook de omstandigheden verzachten met een smoes is not done. Je zal maar later per toeval het relaas van een getuige horen die haaks staat op wat jij als politie-ambtenaar vertelt. Die vertrouwensband is ontzettend belangrijk. We vertellen àltijd de waarheid, hoe hard die ook is. We letten ook goed op details en kiezen onze woorden zorgvuldig. We zijn geen psycholoog of sociaal werker, maar verwijzen door naar verdere professionele hulpverlening en leggen de volgende stappen uit. Onze taak is om snel en correct duiding te geven aan de nabestaanden en/of slachtoffers. Neem nu in geval van een auto-ongeluk waarbij een tiener het leven laat. Wat betekent het voor de ouders wanneer het parket het lichaam in beslag neemt? Kunnen ze het lichaam zien? Mogen ze de autopsie bijwonen? Kunnen ze naar de plaats van het ongeval? Wanneer mogen ze overgaan tot de begrafenis? Wat als de eventuele dader wordt gearresteerd? Het spreekt voor zich: een slechtnieuwsmededeling kan gemiddeld makkelijk drie tot vier uur duren. Het meest uitzonderlijke geval dat ik me herinner, was na de zelfdoding van een tiener: onze tussenkomst duurde maar liefst twaalf uur. De ouders hadden terecht veel vragen. In het holst van de nacht konden wij de begrafenisondernemer overtuigen om alsnog de ouders toe te laten het lichaam te zien. De impact was groot, maar vergeet niet dat de hand vasthouden van een overleden geliefde of het lichaam zien helend werkt."
Steeds per twee
“Slechtnieuwsmeldingen gebeuren steeds in duo. Zo kan bijvoorbeeld één collega het gesprek met de familie gaande houden terwijl de andere contacten legt met het parket, de begrafenisondernemer of collega’s op het terrein. Ook kan je de reactie van de nabestaanden niet op voorhand inschatten: van stil zijn en zwijgen tot onophoudelijk huilen en zelfs agressie. Met twee behoud je de controle over de situatie”, pikt Van Quakebeke in. “We gaan altijd in burgerkledij en met een anonieme auto ter plaatse. Het verlaagt de drempel dan wanneer je daar in politie-uniform staat en wekken zo geen extra aandacht van pakweg buurtbewoners.” Thierry De Jonghe: “Steeds meer voelen we de druk van sociale media. Tegenwoordig posten mensen ongelooflijk snel foto’s van pakweg ongevallen op het internet, begeleid van een tekst met foute info. Je zal maar eens diegene zijn die de auto of fiets van een verkeersslachtoffer herkent nog voor wij ons volledig kunnen informeren naar de omstandigheden om de familie in te lichten. Een kwalijke evolutie die we helaas niet volledig in de hand hebben.”
Dankbaarheid
“Het klinkt voor buitenstaanders misschien vreemd, maar tijdens een slechtnieuwsmelding schep je in korte tijd een soort van vertrouwensrelatie”, getuigen zowel Thierry als Dirk. “Een van de grootste redenen om sloba te zijn, is zowaar de dankbaarheid. In 90 procent van de gevallen krijgen we na afloop van de melding een welgemeende ‘merci’. Een woord van dank om het nieuws eerlijk te komen meedelen. Je belt aan bij een wildvreemde, maar gaat terug buiten als een soort van familielid. Alsof je die mensen al zo lang kent. Vergeet niet”, benadrukt Dirk, “dat slachtofferbejegenaars dit geheel vrijwillig doen en uit eigen overtuiging.”
Aantallen
Vorig jaar kwamen de sloba’s van Politiezone Oostende op het eigen grondebied 51 keer tussen. In het kader van de samenwerkingsovereenkomst met andere zones waren er twaalf tussenkomsten buiten Oostende, omgekeerd betreft het vijftien cases. “Dat zijn een pak tussenkomsten”, onderstreept Van Quakebeke. “Toch wil ik aanstippen dat we naast slechtnieuwsmeldingen ook steun bieden aan slachtoffers van een woninginbraken, grijpdiefstal of zij die hun woning verloren na een brand. Fysiek mankeren die mensen misschien niks, maar de mentale impact is vaak enorm. Binnen de eigen zone leggen we alsmaar meer de klemtoon op dit soort tussenkomsten.”
Nazorg
Ook voor de sloba’s die al vele jaren het slechte nieuws moeten overbrengen, is de impact groot. “Vroeger lieten de collega’s onder elkaar wat stoom af of werd alles snel besproken in de auto op weg terug naar kantoor. Maar uiteindelijk draag je enerzijds de gebeurtenis zelf en anderzijds de emoties van de nabestaanden mee. Daarom is er binnen ons korps een zorgteam waar politiecollega’s na ingrijpende gebeurtenissen in alle vertrouwen een gesprek kunnen aangaan en verdere psychosociale hulp kunnen krijgen. Afhankelijk van de vraag, is er ook doorverwijzing mogelijk zowel binnen als buiten het politielandschap.”
Ter verduidelijking:
- Elk lid van de politie is getraind in het overbrengen van slecht nieuws bij natuurlijke overlijdens zonder gerechtelijk gevolg. Een klassiek voorbeeld is aan familieleden het overlijden meegeven van een grootouder die ze al even niet meer hebben gehoord. Sloba gaat nog een stap verder en richt zich hoofdzakelijk op plotse, niet-natuurlijke overlijdens of zeer ingrijpende gebeurtenissen.
- Politionele slachtofferbejegening is niet hetzelfde als slachtofferhulp van het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) of slachtofferonthaal vanuit Justitie, maar staan wel in verbinding met elkaar.